dinsdag 3 juli 2012


SHIRLY - IK BESCHOUW JULLIE ALS MIJN KINDJES


“Mag ik ook een kers? Oh, ik ga even bij jullie zitten, vind je toch niet erg, kindje? Ik ben COPD patiënt en ik heb ook astma. Mijn sjaaltje houd ik om, ik ben bang voor een koudje. Jullie zijn vriendelijke mensen. Echt vriendelijke mensen. Ik heb een dochter, maar ik beschouw jullie nu ook als mijn kindjes. Omdat jullie vriendelijke mensen zijn. Jullie moeten altijd bij elkaar blijven. Jij bij hem en hij bij jou.”

“Nadat mijn dochter geboren was, kreeg ik een postnatale depressie. Die heeft mij ziek gemaakt. Toen moest ik naar Panacea, drie jaar. Mijn man moest voor haar zorgen maar hij overleed na twee jaar. Ik mocht eens in de drie weken haar zien. Ze ging naar een pleeggezin. Nu heeft ze een vriend, een witte. Trots, kindje, trots ben ik. Ze doet een opleiding en heeft ook een huis. Ze werkt bij het pompstation als bijbaantje." 

"Jullie moeten echt langskomen bij mij. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Ik zorg voor jullie. Neem mijn telefoonnummer, kindje. Neem ook mijn mobiele telefoonnummer. Je weet welke tram je moet nemen,  kindje, je bent er zo, binnen een half uurtje.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten