zondag 22 april 2012

OUDE SCHEVENINGSE VISSERS 
BLIJ BIJ WINDKRACHT 9 OP ZEE: EINDELIJK RUST.


"Vroeger waren we allemaal vissers. Meestal op zijtrollers. Je hebt nu hektrollers, wij noemen dat diepvriestrollers: de vis wordt allemaal aan boord al ingevroren. Toen die grote schepen kwamen, ben ik aan de wal gaan werken, daar aan de overkant in de nettenmakerij. Het varen was leuker, maar weet je wat het leukste was: je kon om je heen kijken als er bijvoorbeeld een schip passeerde. Dat kon je niet meer op die hektrollers: die waren zo groot, net of je in een fabriek zat."


"Met die zijtrollers heb ik een berg geld verdiend. Ik was een jongetje van veertien jaar toen ik begon. Ik werkte veel uren: dan had ik soms van de tweeënzeventig uur werken maar drie uur geslapen. Als je de hele week op dek gestaan had,  vond je het fijn dat er windkracht negen was: dan kon je tenminste slapen. Dan kon je niet werken namelijk, want dan gingen de netten op de pennen en het schip met de kop in de wind de zee op vangen met een bepaald aantal toeren van de motor. Steeds iemand even een wachtje draaien en de rest ken gaan slapen. Heerlijk, dan hoorde je die wind en die regen. Dat is niet om op te scheppen, dat kun je aan iedere oude schipper vragen. Je prakiseerde niet over de gevaren. Als een schip op z'n zij lag, dan lag die soms dertig seconden zo en spoot het water door de patrijspoorten. Dan dacht je 'ach, dat komt wel weer recht'. Als je bang bent, moet je niet gaan varen."

"We waren weken weg. Er sliepen  twaalf jongens in het vooronder, daar had je drie kooien, dan had je nog kooien boven en aan de zijkant. Je ging het trapje af en dan had je een strooizak om op te slapen. In maart mocht je de jutezak vullen. Dan had je tot december toe een zak met stro. In het begin was die heel lekker dik en aan het einde lag je op de grond: dat zakt natuurlijk in. Maar je sliep toch wel, want je was hartstikke moe."


"Weet je wat je wel eens miste: een vrouw. Nou, d'r gebeurde wel eens dingen hoor, als we ergens aan wal waren. Ook met de jongens die getrouwd waren. Die vrouwen gingen hier aan de wal natuurlijk ook ouwehoeren, want die waren weken alleen. Toen we bij de Canarische eilanden waren, hadden er twee iets opgelopen daar. Een of andere geslachtsziekte. Ja, zie het dan maar eens te vertellen thuis. Als jij als vrouw, zoals je nu bent, toen gevaren had, had je geen leven gehad. Het was een mannenwereld. Tegenwoordig komen ze alleen aan wal om olie te laaien, de mannen hoeven helemaal het schip niet meer af." 






2 opmerkingen:

  1. Tof Elsbeth, het zijn altijd interessante mensen die je weet te vinden. Vooral doorgaan met je vreemde queeste door de stedelijke verhalen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Thanks Christiaan, ik ga mijn best doen. Heb je de non al gelezen?

    BeantwoordenVerwijderen